Talk the talk & Walk the walk...


Om nu te voorkomen dat u aan boord stapt van één van de mooiste jachten van Nederland en volledig uit de toon valt bij uw mede-watersporters, hebben wij onderstaand een aantal tips voor u. Neem ze echter niet té serieus:

Wat moet ik aan vandaag?
Casual, niets meer en minder. De kleuren zijn over het algemeen rood, blauw en geel. En trui uit de jaren 80 van Polo, LaCoste, en meer van dat soort truien die je echt niet meer zou dragen doet wonderen…..Schoenen: Geen naaldhakken (voor de mannen onder ons staat dat sowieso al raar). Bootschoenen, het liefst duur en vooral vies van het afgelopen feestje

De uitnodiging.
Indien je wordt uitgenodigd voor een boottochtje dan is dat een voorrecht. In alle gevallen prijs je dan ook de eigenaar van het schip over z`n vaarkunsten en het schip (ook al vaart hij de hele kade eruit. Een passende opmerking zou dan kunnen zijn: “het is ook lastig dat wegvaren" of “op deze plek heb je altijd van die vreemde onderstromen". Ook al lig je in de haven van Aalsmeer.

De opstap.
Tijdens het opstappen niet met je baggerschoenen het dek oplopen (of je moet de hele dag zin hebben om te schrobben) en wederom wat zeggen over deze geweldige boot. Niet stoer doen en/of aan boord springen. (je flikkert zo over boord en mist dan het geweldige dagje varen)

Rangen en standen.
Aan boord kennen we de volgende rangen: De stuurman, de bemanning en de eigenaar.

De stuurman/vrouw: Een stuurman is er voor het sturen (zoals de naam al doet vermoeden) en is meestal ook de eigenaar. In het geval de eigenaar lam is en in het vooronder ligt zal een of andere sukkel deze taak op zich moeten nemen. De stuurman is heilig en dient dus ook als zodanig behandeld te worden. Einde discussie.

De bemanning: Deze heeft geen rechten maar plichten. Meestal zijn de rest van de gasten gedoemd bemanning te worden. In de watersport is de bemanning onderhevig aan de stuurman (zie het maar als schoonmaker versus directeur). Als de stuurman dus een opdracht geeft om iets te doen dan doe je dat. Zonder enig verzet en/of twijfel. Het bekende spreekwoord: “Als de stuurman zegt spring, dan spring je ook”. Verder dient de bemanning uit zichzelf de stuurman/vrouw van drank en hapjes te voorzien. Ook al is het de laatste slok of het laatste hapje.

De eigenaar: meestal te vinden in de buurt van de drank en met z`n neus in de wind, pratend over varen. Mocht dat niet het geval zijn dan ligt hij waarschijnlijk met een lekker ding in de punt (zie vakjargon).

Ziek/misselijk/plassen: komt voor
Helaas, er bestaan mensen die ziek worden, na een half uurtje al willen plassen of gewoon van boord willen. Varen is een absolute lust voor iedereen aan boord en in het speciaal voor de eigenaar. Je moet dus van goede huizen komen om na een half uurtje de beste man te overtuigen dat die terug moet varen. Als je echt van boord wilt, doe dan het volgende: Kijk over de schouder van de stuurman mee en probeer een koers te bemachtigen. Kijk even op de kaart welke eerstvolgende plaats zich aandient, pak je GSM en laat je doorverbinden met een van de kroegen in die plaats en zorg dat je naam weet. Vervolgens vertel je de stuurman dat er in de bewuste plaats een leuk kroegje in de haven is… Succes verzekerd!


Catering: een must
Het is als brandstof voor de motor. Het is de taak van de schippersvrouw, aangevuld met hapjes en drankjes die voor de “gasten” zijn geregeld. Ga geen rijsttafels meenemen. The Jumbo heeft plenty goede flessen witte wijn of rosé aan boord. GEEN RODE WIJN, dit is funest voor het teakwerk en wordt per definitie alleen door vrouwen van oudere leeftijd gedronken en die blijken juist jong te lijken aan boord. Mocht je nou geen drank geregeld hebben, kom dan met de smoes dat je onderweg een prima tent weet waar ze geweldige rosé hebben.